Ga naar artikel

Gerst

Bron: brouw-bier.nl - Alles wat de amateur bierbrouwer of bierliefhebber moet weten over het brouwen van bier bierliefhebber moet weten over het brouwen van bier

Gerst (Hordeum vulgare) is een graangewas met lange, stijve kafnaalden, gerstebaarden genoemd. Gerst groeit in bijna geheel Europa en in andere continenten. Niet alle gerst is geschikt als brouwgerst. Om aan de eisen van de mouter en de brouwer te voldoen worden speciale brouwgerstrassen gekweekt en verbouwd. Men kent de twee-rijïge, vier-rijïge en de zes-rijïge gerst. Deze gerstsoorten zijn weer onder te verdelen in zomergerst en in wintergerst. Beide gersten zijn na ongeveer 100 dagen rijp voor de oogst.

Wintergerst wordt in de eerste helft van oktober gezaaid. De oogst vindt eind juli/begin augustus plaats.

Zomergerst moet zo vroeg mogelijk gezaaid worden, vanaf half februari. Hierdoor wordt een hogere opbrengst en een betere kwaliteit verkregen. Ook blijkt vroeg gezaaide zomergerst door de meer intense en minder oppervlakkige beworteling minder gevoelig voor droogte te zijn. Zomergerst kan tot begin april gezaaid worden. Op zomergerst hoeft niet veel bemest te worden omdat de brouwkwaliteit dan achteruit gaat. Voor een hoge korrelopbrengst bij brouwgerst moet gestreefd worden naar circa 200 planten per m2, waarbij een plantaantal van 225 planten per m2 het maximum is. Een hogere zaaidichtheid heeft een negatief effect op de stevigheid, doordat er dan dunnere en slappere halmen gevormd worden. Ook neemt de ziektegevoeligheid van het gewas dan toe. De oogst is later dan van de wintergerst en valt meestal half augustus. Van zomergerst kan een opbrengst gehaald worden van tussen de 6000 - 8000 kg/hectare.

In Nederland wordt hoofdzakelijk zomergerst geteeld.

Gerst bevat weinig gluten en is daarom niet geschikt voor het bakken van brood.


Gerst op SoortenBank.nl.